In Azië werkten we in 2021 in deze landen:

Afbeelding
bangladesh

Bangladesh

Bangladesh vierde in 2021 zijn 50-jarige onafhankelijkheid. In die tijd is veel bereikt: een aantal jaar geleden had het land een ongekende economische groei. De kwetsbaarheden zijn echter na een halve eeuw nog steeds overduidelijk: de invloed van natuurgeweld en menselijk ingrijpen zorgden ook afgelopen jaar voor veel nood, veelal versterkt door COVID-19. 

De gevolgen van klimaatverandering in Bangladesh zijn groot en voelbaar: door de stijgende zeespiegel is er overstroming en verzilting van landbouwgrond in de delta’s. Onregelmatige regenval en erosie leiden tot onzekere oogsten in het hele land. Samen met onze partners werken we in Mongla (in het zuiden), Bandarban (in het westen) en Dhaka (in het midden) aan rampenpreventie, rampenparaatheid en duurzame economische ontwikkeling. Via forums, boerengroepen en zelfhulpgroepen worden mensen getraind om zelf hun levensomstandigheden te verbeteren en samen plannen te maken om rampen te voorkomen en hierop te reageren. Dit is onder meer mogelijk door het verbeteren van watertoevoersystemen, het verbouwen van rijstsoorten met een grotere kans op een geslaagde oogst en het vervangen van traditionele, schadelijke landbouwtechnieken door biologische en duurzame alternatieven. In totaal werden hier 7.195 mensen ondersteund.  

Een mijlpaal is dat we twee vergelijkbare projecten rond levensonderhoud konden opschalen: één in Bandarban en één Mongla, waar we respectievelijk 2.282 en 2.245 personen bereiken. We hebben ons gecommitteerd aan een driejarentraject van samenwerking met twee partnerorganisaties. De komende jaren richten deze projecten zich nog meer op de meest kwetsbaren, zoals vrouwen en minderheden.  

De humanitaire crisis rond de Rohingya blijft onverminderd zorgelijk. We hebben onze noodhulp voortgezet die zich onder meer richt op schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen, psychosociale hulp aan kinderen en volwassenen en inkomensgenererende activiteiten. Voorlichting over COVID-19 en het tegengaan van seksueel geweld zijn integraal onderdeel van ons werk onder de vluchtelingen. Met deze noodhulp in de Rohingya-crisis zijn 18.389 personen bereikt.

Afbeelding
india

India  

In het voorjaar van 2021 zorgde COVID-19 voor een enorme druk op de gezondheidszorg in India. Gebrek aan zuurstof en beschikbare zorg leidden tot veel doden. Economisch en psychisch zijn er diepe wonden geslagen. Tearfund kon twee noodhulpprojecten uitvoeren in afgelegen gebieden in de deelstaten Bihar en Uttar Pradesh, gericht op voorlichting en preventie rondom COVID-19. Daarnaast werd er voedselhulp en inkomensondersteuning gegeven aan de ergst getroffen mensen. Met deze projecten bereikten we 4.148 mensen.  

De afgelopen jaren hebben we kerken en gemeenschappen getraind om met elkaar en met eigen middelen de diepe armoede en nood aan te pakken. De vruchten hiervan werden door de pandemie zichtbaar gemaakt. Na de coronagolf konden onze partners ACT (werkzaam in Mumbai), EFICOR en Stewards’ Trust (beide vooral werkzaam op het platteland in Noord-India) het trainen van trainers hervatten. Zo wordt het bereik groter. Vorig jaar zijn 9.311 mensen direct bereikt via 75 kerken en gemeenschappen. Het indirecte bereik is nóg groter, omdat ook mensen buiten ons zicht in hun eigen omgeving aan de slag zijn gegaan.  

De zwakte van de gemeenschappen is ook duidelijk naar voren gekomen tijdens de pandemie: het kastesysteem en andere vormen van discriminatie en uitsluiting. Onze partners EHA en EFICOR hebben met onze financiële steun de afgelopen twee jaar een project rondom inclusie opgezet. Er werd een digitale training ontwikkeld van zes weken, gericht op bezinning en dialoog rondom identiteit en inclusie. De training werd verzorgd door 52 stafleden van de EHA en EFICOR en blijft beschikbaar voor organisaties, kerken en gemeenschappen. Ook medewerkers van Tearfund Nederland kregen van deze partners een training rondom inclusie.  

Afbeelding
Terugblik 2020: onze projecten en corona in Indonesië

Indonesië  

Onze partners hebben 161 kerken op Java, Sumatra, Sulawesi en Papua verder ondersteund. Zo zijn deze kerken getraind om mensen in hun kracht te zetten en samen hun problemen met eigen mogelijkheden aan te pakken. Door de coronamaatregelen konden mensen niet meer in grote groepen en in de kerk samenkomen, de plek waar veelal de trainingen plaatsvonden. Kerkleden startten daardoor met het leren en in praktijk brengen van CCT in hun eigen gezin en buurt, en dit versterkte de onderlinge relaties. Veel kerkleden hebben met hun buren activiteiten opgezet, waarmee zij geld kunnen verdienen. 

Samen met het netwerk van kerken en organisaties dat met hulp van Tearfund in 2016 is opgezet, zijn nu vier kerken op Sulawesi getraind om zich met hun omgeving beter voor te bereiden op  natuurrampen of crises. Ook zijn er 32 trainers en 18 facilitators van 29 kerken en organisaties over heel Indonesië opgeleid. Zij zijn begonnen met het opzetten van rampenpreventieteams om hun kerken en gemeenschappen weerbaarder te maken. De trainers zijn ook op te roepen door andere kerken. Tevens hebben we via dit netwerk noodhulp verleend na een cycloon en een aardbeving. Hierbij zijn ruim 6.400 geholpen. 

Afbeelding
nepal

Nepal  

Nepal is een land dat extreem kwetsbaar is voor klimaatverandering, aardbevingen en overstromingen  

In het district Oost-Rukum hebben we gewerkt aan het verbeteren van levensonderhoud, inkomen en de omgang met de natuur. Door het overdragen van landbouwtechnieken die ontbossing tegengaan, en het aanleggen van irrigatiekanalen hebben we bijgedragen aan het inperken van de impact van natuurrampen. Met dit project hebben we 211 mensen bereikt. 

Ook in 2021 heeft Nepal sterk te maken gehad met de impact van COVID-19. In de periode van april tot augustus trof een zware coronagolf het land. Lockdowns zorgden ervoor dat projecten (tijdelijk) stil kwamen te liggen en veel mensen hun werk en inkomen kwijtraakten. Daardoor nam ook de kwetsbaarheid toe, onder meer wat de dagelijkse voedselvoorziening betreft, met name voor mensen die afhankelijk zijn van daglonen. In Oost-Rukum, Nawalparasi en Makwanpur is noodhulp verleend, onder meer door het verspreiden van informatie, hygiënemateriaal en voedselpakketten. Hiermee hebben we in totaal 10.234 mensen bereikt. 

Makwanpur is een district dat erg kwetsbaar is voor mensenhandel. Het ligt dicht bij grote steden en bij de grens met India. Via een programma werken we hier aan het voorkomen van kindhuwelijken, mensenhandel en ander geweld. We doen dit door middel van trainingen op het gebied van gezinsontwikkeling, gendergelijkheid, het omgaan met angst en het herkennen van signalen van mensenhandel en huiselijk geweld, en daarnaast ontvangen slachtoffers een (vak)training, zodat zij in de toekomst in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Via dit programma zijn 150 vrouwen geholpen en in totaal 69 kindhuwelijken voorkomen.  

Om het CCT-proces in heel Nepal te versterken hebben we het afgelopen jaar de strategische keuze gemaakt om te werken via denominaties. Via een koepelorganisatie stimuleren we kerken om samen met de gemeenschap de handen ineen te slaan en te werken aan hun ontwikkeling, onder meer op het gebied van levensonderhoud en zorg voor de schepping. Ook worden er specifieke trainingen georganiseerd, bijvoorbeeld in het opzetten van eigen handelsactiviteiten.  

Ten slotte zijn we in 2021 een nieuw driejarenprogramma gestart om een nationaal rampenpreventienetwerk op te zetten. Hierbij werken kerken en organisaties in een netwerk samen om beter bestand te zijn tegen rampen, en ten tijde van een ramp beter samen te kunnen werken. In het eerste jaar zijn er tien kerken bij dit programma betrokken.