
Door de lockdown in Colombia hebben duizenden Venezolaanse vluchtelingen die daar verblijven geen toegang tot eten meer.
‘Ik weet niet wat ik ga doen als ik mijn vierjarige dochter niet meer te eten kan geven’, zegt de 24-jarige Ana*. ‘Als de overheid ons niet toestaat de straat op te gaan, dan weet ik niet hoe ik aan voedsel moet komen.’
Deze vluchtelingen hebben al langer een tekort aan voedsel, waardoor ze verzwakt zijn.
Duizenden Venezolanen ontvluchtten de politieke en economische crisis in hun thuisland en verblijven sindsdien in Colombia. In de stad Barranquilla wonen meer dan 15.000 gevluchte Venezolaanse families. De meesten van hen hebben alleen eten op tafel, zolang ze naar buiten kunnen om te werken. Maar nu mag niemand de deur uit.
In een poging om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de Colombiaanse regering besloten dat iedereen de komende drie weken binnen moet blijven. Gelukkig hebben hulporganisaties zoals onze Britse zusterorganisatie Tearfund Engeland en lokale kerken speciale toestemming gekregen om mensen in nood te helpen.
Voordat het land op slot ging, hebben lokale partners onder 600 vluchtelingenfamilies in Barranquilla voedselpakketten verspreid. Maar nog veel meer mensen hebben voedselhulp nodig.
‘De Venezolaanse kinderen en gezinnen hebben al langer een tekort aan voedsel, waardoor ze verzwakt zijn en extra risico lopen’, vertelt Rosa Camargo de Bravo, die het hulpprogramma van Tearfund in Latijns- Amerika en op de Cariben leidt. ‘We verwachten dat we onze hulp moeten uitbreiden. Denk aan families met ouderen en aan gezinnen die geen enkele vorm van inkomen hebben tijdens deze quarantaine.’
*Om haar privacy en veiligheid te beschermen, is Ana een gefingeerde naam. Foto: Tom Price, Ecce Opus/Tearfund.