In de podcastserie ‘Verhalen van Veerkracht’ gaat Tearfund-directeur Minella van Bergeijk in gesprek met inspirerende christenen, die in al hun kwetsbaarheid vertellen hoe corona hen raakt, maar ook hoe zij juist nu veerkracht vinden. De podcast vind je op Spotify, in je favoriete podcastapp of klik hier onderaan op play en beluister het gesprek.

Minella: ‘Kennen jullie elkaar?’

Reinder: ‘We hebben weleens op de camping naast elkaar gestaan tijdens New Wine, dus ja!’

Minella: ‘Waar zitten jullie nu?’

Jannica: ‘Ik zit letterlijk met mijn voeten omhoog in een heel grote chillstoel in mijn studiekamer. Hier trek ik me meestal terug voor stille tijd of om een boek te lezen.’

Reinder: ‘Mijn drie kinderen zitten binnen, dus ik ben naar mijn dakterras gevlucht. Ik zit met mijn ogen dicht in de zon.’

Jannica: ‘Jij zit altijd buiten toch, Reinder?’

Reinder: ‘Wel vaak, ja. Dat is de plek waar ik het gelukkigst ben. De afgelopen jaren had ik niet veel momenten om mezelf op te laden. Ik wilde dat op mijn eigen tijd kunnen doen, zonder dat ik daar iemand bij nodig had. Dus ben ik gaan duursporten. Ik kan echt genieten van de grootsheid van de natuur. Van de zon die opkomt of ondergaat. Gewoon je eigen ritme vinden, niemand die iets aan je vraagt, rustig dingen overdenken.’

Minella: ‘Jannica, waar ben jij ultiem vrij?’

Jannica: ‘Ik kom extravert over, maar ik ben stiekem best introvert. Elke keer als ik naar buiten ga, besef ik hoe hard ik dat nodig heb. Gewoon anderhalf uur wandelen in het bos, mijn hoofd naar allerlei plekken laten varen en genieten van Gods grootheid. Stress, spanning en vragen vallen daar van mijn schouders af. Ik moet het wel bewust opzoeken, want het is makkelijker om in mijn luie stoel te blijven hangen.’

Ik heb het gevoel dat ik al eerder in quarantaine ben geweest.

Minella: ‘Wat doet deze tijd van quarantaine met jullie?’

Jannica: ‘Ik ben vaak overprikkeld en met van alles en nog wat bezig. Met een preek die ik aan het schrijven ben, met appjes die binnenkomen, met de badkamer die ineens moet worden schoongemaakt. Nu de tijdsdruk eraf is, doe ik alles met meer aandacht, in plaats van dat ik 80.000 andere dingen wil doen. Dus genieten van de smaken als ik eet, van de geuren en kleuren als ik in de tuin ben. En ik zie ineens meer vogels!’

Reinder: ‘Ik heb het gevoel dat ik al eerder in quarantaine ben geweest; vorig jaar rond deze tijd, toen het slecht ging met Kinga en ik mezelf soort van opsloot om voor haar te zorgen. In die periode moest ik heel bewust kiezen wat ik belangrijk vond. Mijn gezin, een beetje zingeving uit mijn werk en een stukje energie door te sporten. Ik had dus geen tijd om films te kijken en mijn sociale kring werd kleiner. Door die ervaring voelt het alsof ik een voorsprong heb in deze tijd. Ik weet: je ontkomt niet aan lijden. Als je lijdt, besef je dat het ook anders kan.’

Minella: ‘Jannica, jij hebt ook je periode van lijden gehad.’

Jannica: ‘Over twee dagen vier ik mijn ‘leverjaardag’. Twee jaar geleden kreeg ik acuut leverfalen. De meeste mensen die dit krijgen, redden het niet. Mijn lichaam werd vergiftigd omdat het de afvalstoffen niet meer kon afvoeren. Ik werd geel en misselijk en kon niet zelf meer ademen. Binnen twee weken lag ik op sterven op de IC. Op het laatste moment kreeg ik een donorlever, werd ik geopereerd en heb ik het gered.’

Minella: ‘Komt dat lijden nu ook bij je terug?’

Jannica: ‘Ik heb het proces al doorgemaakt dat er lijden in de wereld is. Ik leerde dat het niet gaat om een zo succesvol en geweldig mogelijk leven leiden. Het gaat erom waar je je hoop vindt. Natuurlijk mis ik geliefden en alle fantastische optredens die nu zijn gecanceld, maar ik ben er niet op gebrand dat alles morgen weer normaal moet zijn. Dit is een periode waarin God mij naar Zijn hart trekt. Nu alles wegvalt, hoor ik God ineens fluisteren: 'Kom dichtbij mij. Ik ben je liefde, Ik ben het leven. Er is geen normaal. Geniet van Mij en van alles wat Ik je geef.' Ik vind er rust in dat dat mijn geluk is.’

Minella: ‘Dus je zet Zijn uitnodiging tegenover alles wat je verliest.’

Jannica: ‘Als alles koek en ei is en je denkt alles onder controle te hebben door maar zo goed en gezond mogelijk te leven, sta je uiteindelijk met lege handen. Juist door het verlies, door het diepe gat waarin ik zat toen ik zo ziek was, werd de noodzaak van Gods liefde groter voor mij.’

Reinder: ‘Door lijden besef je dat je het niet alleen kan. Je wordt teruggeworpen op elkaar en op God. Als mensen het niet meer aan elkaar kunnen geven, kan God het wél geven. Dat ontdek je pas als er lijden is. Het roept je tot waar je je naartoe moet richten. Anders denk je: ik doe het zelf wel even.’

Langer leven zegt niets over hoe je leeft. Wij vonden het belangrijker om de ziekte niet te laten heersen.

Minella: ‘Jullie hebben allebei de dood van dichtbij gezien. Zijn jullie bang?’

Reinder: ‘Ik zit niet zozeer op ziekte en pijn te wachten, maar ik ben niet bang om dood te gaan. Ik heb gezien hoe Kinga de laatste paar weken leefde en hoe rustig zij kon sterven. Ze had een vooruitzicht: ‘Ik ga naar Jezus’. En daarmee is bij mij alle angst weg. Ik kan me voorstellen dat als je geen licht aan de horizon ziet, omdat je er niet in gelooft of omdat je het gewoon niet kan zien, deze periode heel beangstigend kan zijn. Want dan zit je echt in het donker. Maar ik weet: er is een toekomst bij Jezus. Dat heb ik van heel dichtbij gezien bij Kinga en dat staat voor mij als een paal boven water.’

Jannica: ‘Toen ik op de IC lag, had ik erg last van een delirium en hallucinaties. Ik wist dat er een andere realiteit was, waar mijn familie was, maar ik kon er niet bij komen. Ik heb geen stukje hemel gezien. Dus voor mijn gevoel is doodgaan verschrikkelijk. Ik geloof echt dat het leven hierna prachtig is, maar nu denk ik: ik heb het leven net teruggekregen, ik wil mijn dochter zien trouwen en genieten van elke dag. Ik ben extra voorzichtig in deze tijd van corona, omdat ik weerstandverlagende medicijnen slik, maar ik voel geen angst in mijn lijf.’

Minella: ‘Moet je vaak terugdenken aan de IC, nu er zo vaak over de IC wordt gesproken in het nieuws?’

Jannica: ‘Zeker als ik beelden van het Erasmus MC in Rotterdam zie, waar ik zelf heb gelegen. Ik moet geregeld even een traantje laten om de mensen die aan de beademing liggen, want ik weet dat ze iets heel heftigs meemaken en dat het herstel ontzettend zwaar is.’

Reinder: ‘Wat vooral heel lastig is, is om het zonder dierbaren om je heen te moeten doen.’

Jannica: ‘Inderdaad, ik weet niet hoe ik het zonder dierbaren had gered.’

Reinder: ‘In deze tijd van quarantaine wordt de waarde ‘gezondheid’ bovenaan gezet, maar daarbij worden andere waarden die we als mens echt nodig hebben naar de achtergrond geschoven.’

Het is eigenlijk heel goed voor mij dat het podium even wegvalt. 

Minella: ‘Waarden als liefde en verbinding worden ineens secundair.’

Reinder: ‘Kinga kreeg op het allerlaatste moment een chemo aangeboden om langer te leven. Maar langer leven zegt niets over hoe je leeft. Wij vonden het belangrijker om de ziekte niet te laten heersen, maar om met elkaar te zijn als gezin en per dag te leven. Ik vind deze tijd niet de leukste tijd. Juist nu we gas terug moeten nemen en we worden teruggeworpen op ons gezin, mis ik echt mijn partner. Dan denk ik: poeh, het is nog steeds lijden. Eerst was het Kinga’s ziekte, nu het feit dat ze er niet meer is.’

Minella: ‘Kun je dan nog genieten?’

Reinder: ‘Ik moet mezelf blijven herinneren om te leven met de dag, iets leuks te doen en daarvan te genieten. Bijvoorbeeld door te longboarden of met een SUP-board het water op te gaan met mijn kinderen. Het helpt om me te focussen op wat er wel is, op waar ik het voor doe, ook al heb ik niet de antwoorden.’

Minella: ‘Jannica, geniet jij nu dubbel van het leven, door wat je hebt meegemaakt?’

Jannica: ‘Toen alle optredens en spreekbeurten werden gecanceld door corona heb ik twee weken gebaald. Pas toen ik de situatie accepteerde, kon ik gaan genieten. Van onze dochter, van creativiteit, van liedjes die in mij opkomen zonder dat er druk achter zit. Het is eigenlijk heel goed dat het podium, waar ik me talentvol, waardevol en door God gebruikt voel, even wegvalt. Ik ben altijd maar bezig met de vraag: waar wilt U mij hebben? Nu ik God niet nodig heb voor bijvoorbeeld het schrijven van een preek, kan ik zeggen: Ik wil U ontmoeten, gewoon om U. Ik denk dat dat het grootste cadeau is in het leven.’

Lees ook: Samuel Lee & Theodoor Meedendorp: ‘Jezus haalt het zwakke en gebrokene naar voren’