Daarom zei Jezus dat Hij hét offer zou brengen ‘voor eens en altijd’ (Hebreeën 10:10). Bedenk iedere keer als je de komende dagen over offers leest, dat God omzag naar de mens door dé oplossing te geven in Jezus, namelijk Zichzelf. Eén offer dat alle aspecten van de oudtestamentische offers in zich had en volmaakt was! Je leest hier meer over de kenmerken van alle offers.

Brandoffer: een vrijwillig cadeautje

(Leviticus 1)  

Vrijwillig: Een van de belangrijkste kenmerken van dit offer was dat het vrijwillig gegeven werd. Je kunt hierbij natuurlijk nadenken hoe jijzelf God vrijwillig een offer, een cadeau zou willen brengen en wat dit zou kunnen zijn. Maar de mooie symboliek is denk ik vooral dat het over Jezus Christus gaat, die vrijwillig zijn leven gaf en het offerlam werd. (Hebreeën 10:5-7) Hij werd niet gedwongen, maar koos er zelf voor. Niet rebels of als een wild dier, maar als een mak schaap of rund.  

Volmaakt: Het offerdier moest zo volmaakt zijn als mogelijk was. Ik denk dat wát we ook aan God willen aanbieden, dat het altijd in het niet valt bij diegene Wie Jezus is: Volmaakt mens, volmaakt God. Zonder een gebrek, volledig, heel, shalom.  

Handen opleggen: Doordat de persoon zijn hand op het offer vereenzelfdigde hij zich met het offer en ontstond er als het ware een beweging van het offer naar de offeraar. De volmaaktheid, de shalom van het offer ging over op de offeraar. Als jij Jezus Christus accepteert en in Hem gelooft en zo ‘jouw hand op hem legt’, komt Zijn shalom, zijn heelheid, zijn gerechtigheid op jou. In plaats dat jij God zegent, word jij gezegend. 

Er vloeit bloed: Het brandoffer moest sterven, sterker nog, het werd totaal en volledig verbrand. Jezus Christus stierf... En zijn offer was volledig en af, eenmalig voor altijd.  

Graanoffer: een heerlijke koek

(Leviticus 2) 

Vrijwillig: Ook dit offer was, net als het vorige brandoffer, vrijwillig. We hebben vorige keer hier ook over nagedacht. Het offer van Jezus was ook vrijwillig. 

Geen bloed: Bij de andere offers stierf het dier, er vloeide een heleboel bloed. Hier niet, en daarom staat dit offer symbool voor het léven.  

Deels verbrand: Maar klein deel van dit offer werd verbrand, de rest mocht worden opgegeten en was bedoeld als voedsel. Net als het kenmerk hierboven, dat het ontbreken van bloed kenmerkend is voor het leven van Jezus, kun je bij het offer wat opgegeten werd het symbool zien dat het leven van Jezus als voedsel voor ons is. Op wat voor manier zie jij dit in jouw leven? 

Geplet graan: Je weet al hoe perfect en gelijkmatig het bloem voelt. Je kunt hierbij denken aan het leven van Jezus. Natuurlijk was Jezus God zelf, maar Hij was ook volledig mens. En als volledig mens, was Zijn leven hier op aarde – net als voor ons- echt niet gemakkelijk. Hij leefde volmaakt, maar het was wel een moeilijk leven. Hij werd vaak niet begrepen, was eenzaam en uiteindelijk werd Hij geplet en vermorzeld. 

Vredeoffer: een uitbundig feest

(Leviticus 3) 

Vrijwillig: Dit is het laatste offer dat vrijwillig was. Bij het brandoffer heb je dit al besproken.  

Handen opleggen: Ook op dit offer moest de handen gelegd worden en mocht je van eten. Datgene waar het offer symbool voor stond, in dit geval vrede, shalom, ging van het offer op de offeraar over. Als je bedenkt dat Jezus Christus ook het vredeoffer is, mag je dus Zijn vrede op jouw leven verwachten. 

Binnen in de ontmoetingstent: Dit offer werd in de ontmoetingstent gegeten. En niet alleen de priesters, maar ook de gewone Israeliet mocht hiervan eten. Een mooi beeld van sámen. Samen eten, samen vrede vieren. In de community. En het werd bij de feestdagen gevierd. 

 

Zondoffer: een onbewuste fout

(Leviticus 4) 

Verplicht: Waar de andere offers vrijwillig waren, was dit offer verplicht. Als er iets gedaan werd wat niet goed was, moest er eerst herstel worden gebracht. In vers 23 staat dat zodra de leider van het volk, de priester of gewoon iemand van het volk ontdekte dat hij iets fout had gedaan, hij direct een zondoffer moest brengen. Er mocht geen tijd overheen gaan... 

Hand opleggen: Bij dit offer moest ook weer de hand op de kop gelegd worden maar nu ging de schuld van de offeraar op het offer over. Een omgekeerde beweging als bij het brandoffer. Het kwam op het dier terecht en de persoon kon daarna verklaren schuldenvrij te zijn. Dit is ook hoe het kan dat wij mogen zeggen dat we zondenvrij zijn: Hij nam de zonde op zich en door dit te geloven en te belijden gaat onze schuld over op Hem. 

Helemaal verbranden: Bij dit offer moest alles verbrand worden, alle schuld moest weggedaan worden. De verschillende organen van het dier moest worden verbrand. Misschien wel een symbool van wat er vanbinnen had plaatsgevonden in de persoon of priester. Zoals in Psalm 26:2 staat: ‘Toets mijn nieren...’ Er zijn verschillen in grootte van de offers (rund of geit). Als een priester zondigde werd dit zwaarder aangerekend dan gewoon iemand van het volk. En als het hele volk zondigde was dit een groter probleem dan als de enkeling de fout in ging. Dit heeft te maken met verschillen in verantwoordelijkheden.  

Buiten het kamp verbranden: Zowel delen van het offer van de priester als delen van het offer van het volk moesten buiten het kamp verbrand worden. Dat was een heel eind weg, het kamp had een heel aantal vierkante kilometers oppervlakte. De Heer is ook buiten Jeruzalem gekruisigd... Buiten het kamp, ver weg van de plek waar God was, waar de mensen waren, waar mensen samenleefden. Eenzaam, van God verlaten. Jezus riep het uit aan het kruis: ‘Mijn God, mijn God waarom hebt U Mij verlaten?’ Zo radikaal werd met de zonde afgerekend, het werd zo ver mogelijk weggebracht en vernietigd. 

Door de eeuwen heen zijn er heel veel dieren geofferd. Maar toen Jezus kwam, was de maat vol. Het offer wat Jezus bracht was zo volmaakt, zo krachtig en uniek, dat Zijn offer voor altijd genoeg was. In Hebreeën 9:11-14 en Johannes 10:10b staat dat Jezus het offer bracht en dat dit meer dan voldoende was voor altijd en eeuwig en dat we daardoor leven hebben in alle volheid van Zijn werk. Voor ons een reden om het volle leven wat Hij geeft ook écht ten volle te leven!