
Op veel plekken in India proberen lokale overheden met strenge lockdowns verdere stijging van het aantal coronabesmettingen tegen te gaan. Hierdoor kunnen mensen van de ene op de andere dag hun inkomen verliezen. Kwetsbaren gezinnen worden bedreigd door ondervoeding.
Neem de zeventienjarige Neelesh, die sinds de tweede coronagolf geen werk of stabiel inkomen meer heeft. Na het overlijden van zijn grootvader is hij de kostwinner van zijn gezin en verantwoordelijk voor de zorg van zijn gehandicapte moeder en grootmoeder. De fabriek waar hij werkt is op dit moment gesloten, waardoor hij nu genoodzaakt is om het kleine beetje voedsel dat er in het bos te vinden is te verkopen op de markt. Ook het gezin van Dhani verkeert in een noodsituatie. Hij was samen met zijn twee zoons werkzaam als bouwvakker, maar kan door de tweede lockdown niet meer werken. Omdat het gezin geen land bezit is er geen andere inkomstenbron en heeft hij grote moeite om zijn familie te voeden. Handarbeider Gouri verloor in de eerste lockdown zijn baan en heeft sindsdien geen ander werk kunnen vinden. Hij is bang dat hij zijn stuk land, zijn laatste inkomstenbron, zal moeten verkopen om te overleven. Om aan voedsel te komen moest hij geld lenen en nu hebben torenhoge rentetarieven en verplichte aflossingen ervoor gezorgd dat hij en zijn gezin in een nog slechtere financiële situatie zijn terechtgekomen.
wie weinig of niets heeft, wordt het hardst getroffen
Dit zijn een aantal van de verhalen die we horen van onze partners in India. Mensen die hun inkomen verliezen of genoodzaakt zijn om hun hele buffer of alles wat ze hebben uit te geven aan de zorg voor hun zieke familielid. In de landen waar we werken via lokale partners, zien we de rampzalige gevolgen van corona en de lockdowns voor de kwetsbaarsten. Dat onrecht zien we keer op keer bij rampen: wie weinig of niets heeft, wordt het hardst getroffen en voelt het langst de gevolgen van een ramp. Juist hen, de kwetsbaarsten, willen we in deze crisis helpen. We geven hen voorlichting en materialen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen, bieden medische hulp en geven inkomensondersteuning of voedselhulp.’
We werken samen met Indiase organisaties die we kennen en waarvan we weten dat ze de ervaring en expertise hebben om iets te betekenen in deze ramp. Onze partner Emmanuel Hospital Association (EHA) bijvoorbeeld is een samenwerkingsverband van meer dan twintig ziekenhuizen met daaraan verbonden ontwikkelingsprojecten in het noorden en noordoosten van India. Veel van deze ziekenhuizen zijn door de overheid aangewezen als speciale coronaziekenhuizen. Ze liggen allemaal in gebieden die niet of nauwelijks bediend worden door andere zorginstellingen.
Daarnaast werken we samen met EFICOR: een organisatie die al meer dan vijftig jaar gespecialiseerd is in noodhulp en ontwikkelingsprojecten in India. Zij geven noodhulp in gebieden waar ze al een bestaand project of netwerk hebben en verspreiden goede en betrouwbare informatie via kleinere organisaties in India. Andere partners passen hun normale projecten aan en verlenen noodhulp, geven psychische zorg en helpen mensen die geen inkomen meer hebben aan alternatieve vormen van inkomen. De noodhulp in India verlenen we samen met andere leden van de Tearfund Family. Onze hulp stemmen we af met collega’s van het Christelijk Noodhulpcluster.’