Leven van genoeg. Een thema waar Tearfund veel aandacht aan besteedt, omdat we de impact van onze keuzes direct terugzien in de gebieden waar we actief zijn in de strijd tegen armoede en onrecht. Dat maakt ons bewust van een belangrijke paradox: we doneren om problemen in het mondiale zuiden aan te pakken, maar aan de andere kant veroorzaken we met ons gedrag nog meer problemen voor ze. Hoe zit dat precies? En wat kunnen we daaraan veranderen? We gaan in gesprek met Matthias Olthaar, lector, schrijver en oprichter van de stichting ‘Genoeg om van te leven’.
Veel Nederlanders geven gul, maar dragen tegelijkertijd bij aan de problemen waar ze voor doneren.
‘Dat verband tussen onze ecologische voetafdruk en sociale rechtvaardigheid heeft mij enorm in beweging gebracht’, vertelt Matthias. ‘Ik ontdekte daar ook iets paradoxaals in: ik kan wel gul aan hulporganisaties geven, maar hoeveel waarde heeft dat wanneer ik met mijn consumptiekeuzes bijdraag aan het lijden van een ander? Het doet me denken aan de Batman-paradox, bedacht door de filosoof Slavoj Zizek. Bruce Wayne verandert ’s nachts in Batman om de misdaad te bestrijden, maar overdag is hij een succesvolle ondernemer in de wapenindustrie. Het paradoxale daaraan is dat hij ’s nachts duikt voor de kogels die hij overdag produceert. Dat doen wij als donateurs misschien ook wel. Veel Nederlanders geven gul, maar dragen tegelijkertijd bij aan de problemen waar ze voor doneren.’
Die ander krijgt de kruimels van de tafel. Simpelweg omdat wij de koopkracht – en dus macht – hebben om méér te nemen.
‘Toen ik me daar bewust van werd, heb ik samen met Paul Schenderling een stichting opgericht: Genoeg om van te leven. We hebben drie programma’s: Postgroei (gericht op het hoofd), Just Enough (gericht op de handen) en Leven van genoeg (gericht op het hart). Op een gegeven moment vroegen we ons af: hoeveel land is er per wereldburger beschikbaar? Een eenvoudige berekening kwam uit op 1 hectare aarde per wereldburger. Vervolgens berekenden we hoeveel de gemiddelde Nederlander aan hectare gebruikt: 3 hectare per persoon. Als je weet dat er 1 hectare is om van te leven, om alles wat je consumeert van te produceren, dan gaat alles wat je meer gebruikt ten koste van iemand anders. Het dwingt de ander om het met minder te doen. Die krijgt de kruimels van de tafel. Simpelweg omdat wij de koopkracht – en dus macht – hebben om méér te nemen. Maar macht gaat gepaard met verantwoordelijkheid. Wat geeft je het recht om – ten koste van iemand anders en ten koste van de schepping – van meer dan 1 hectare te leven? Ik denk dat iedereen dat voor zichzelf mag beantwoorden, maar wij vonden dat we dat recht niet hadden.’
Ik begon me te realiseren dat als ik veel grondstoffen en energie nodig heb, anderen die grondstoffen en energie onthoudt.
‘Toen zijn we gaan veranderen in levensstijl. Martin Luther King zei ooit: “Zodra je iemand een fysiek juk oplegt, leg je jezelf een geestelijk juk op.” Dat voelde ik ook zo en dat gaf veel onrust. We gingen grotendeels plantaardig eten, kochten 80% van onze spullen tweedehands en hebben onze twee auto’s weggedaan. Maar de echte grote stap was verhuizen. We woonden in een groot vrijstaand huis. Ik begon me te realiseren dat als ik veel grondstoffen en energie nodig heb, anderen die grondstoffen en energie onthoudt. Toen hebben we een rijtjeshuis gekocht. Vriendjes van onze kinderen vroegen: “Krijg je nu een grotere kamer?” “Nee, kleiner”, zeiden onze kinderen dan. Dat was toch een beetje vreemd. Het is voor onze maatschappij zo normaal om altijd te kiezen voor groter en meer.’
‘In de marketing worden behoeften vaak vermomd als noden. Een autoreclame verkoopt geen functionaliteit, maar vrijheid en status. Marketing gaat zelfs zo ver dat het ons het gevoel geeft niet goed genoeg te zijn. Dat doet me denken aan de slang die in het paradijs al aanspoorde tot méér. Wanneer je veel bezit najaagt, moet je veel werken. Dat kan ten koste gaan van je gezondheid, humeur en relaties. Zo worden we opgejaagd, onrustig en onzeker. Dat staat haaks op de eerste woorden van de Bijbel, waar God zegt: het is zéér goed. Als je niet meer zo opgejaagd hoeft te zijn door je constante jacht naar meer, houd je ook meer tijd over voor de dingen die er écht toe doen. Daarnaast is je sociaalecologische voetafdruk kleiner en bespaar je geld dat je weer aan goede doelen kunt geven. Drie vliegen in één klap dus!’
Als kerk kan je bijvoorbeeld een catalogus maken van de spullen die je gezamenlijk hebt.
‘Naast minder consumeren, is het delen van spullen ook een mooie manier om te leven van genoeg. Als kerk kan je bijvoorbeeld een catalogus maken van de spullen die je gezamenlijk hebt (partytent, boeken, gereedschap). Dat kan voor gemeenteleden, maar ook voor de buurt. De kerkapp Donkey Mobile heeft bijvoorbeeld zo’n deelhoekje, waar je als gemeente met elkaar spullen kunt delen.’
‘Een andere praktische tip is gebruikmaken van een productwijzer. We zijn op dit moment hard bezig met het vertalen van de productwijzer van Ethical Consumer. Hopelijk lukt het ons om die dit jaar nog te lanceren. Deze wijzer berekent op basis van 365 indicatoren de score van een product. Zo kan je bijvoorbeeld zien welke reep chocola het beste uit de test komt. Ik kan je vast verklappen: het is niet Tony’s Chocolonely.’
Koester dat verlangen om het goede na te streven. En wees genadig als het niet goed gaat.
‘Tegelijkertijd besef ik dat het best lastig kan zijn om daadwerkelijk stappen te zetten. Waar moet je beginnen? Je kan zo schrikken van alle statistieken dat je keihard gaat rennen. Het kan je ook verlammen. Ik denk dat de Bijbel ons in Spreuken leert om rustig te gaan wandelen. Wat ik vertel over onze keuzes, hebben we ook niet allemaal in één week gedaan. Daar is iets van acht tot tien jaar overheen gegaan. De Bijbel belooft ons dat we het Koninkrijk zullen vinden wanneer we het zoeken. Ga oprecht zoeken. Koester dat verlangen om het goede na te streven. En wees genadig als het niet goed gaat.’