
Meer dan 17.000 eilanden telt Indonesië, waaronder de populaire vakantiebestemming Bali. Na onafhankelijkheid herstelt het land zich geleidelijk van koloniale uitbuiting en extreme armoede. Er is nog steeds ongelijkheid in kansen en inkomens. Daarnaast heeft het land te maken met veel natuurrampen.
Indonesië ligt op de Ring van Vuur, een gebied met vele vulkanen. Deze maken de bodem vruchtbaar, maar brengen ook gevaren mee. Het land is kwetsbaar voor natuurrampen, ook aardbevingen en tsunami’s komen met regelmaat voor.
Ondanks economische groei leeft nog steeds zo’n acht procent van de bevolking onder de armoedegrens. Dat zijn miljoenen mensen die dagelijks te maken hebben met ongelijkheid in kansen en inkomen.
Nederland deelt een pijnlijke geschiedenis met Indonesië. Ze maakte winst ten koste van de bevolking en verdiende in de koloniale tijd veel aan Indonesische grondstoffen als suiker, koffie, rubber en specerijen. Na de onafhankelijkheid in 1949 bleef Indonesie berooid achter en moest van de grond af een economie en infrastructuur opbouwen.
Samen met kerken in Indonesië werken we aan weerbaarheid rondom rampen: hoe voorkom je schade en zorg je dat het verwoestende effect zo klein mogelijk is. Kerken worden gemotiveerd om een rol te spelen in de hulpverlening nadat een ramp plaatsvond. Daarnaast pakken kerken ook armoede aan in hun omgeving en krijgen mensen handvatten om hun inkomen te vergroten en samen te werken aan betere basisvoorzieningen.
We werken samen met partnerorganisaties die ter plaatse zijn en de situatie goed kennen: Yayasan Sion en YEU.