Onderzoek wijst uit: de aanpak van Tearfund werkt!

Prossy uit Oeganda is een van de mensen die deze aanpak van werken met kerken heeft ervaren. Haar situatie veranderde enorm. Waar ze eerst nauwelijks kon rondkomen, is ze nu ondernemer en heeft ze een winstgevende koffieplantage. Daar plukken haar zeven kinderen de vruchten van. 

Onafhankelijk onderzoek

We hoorden veel verhalen als die van Prossy, maar toch wilden we het zeker weten. Gaat het om toevallige succesverhalen of is dit daadwerkelijk het effect van de programma’s van Tearfund? Daarom lieten we onafhankelijk onderzoek uitvoeren door het Britse onderzoeksbureau State of Life. Er deden 8.000 mensen uit vier verschillende landen (Rwanda, Sierra Leone, Tanzania, Zimbabwe) mee aan het onderzoek.

In de programma’s proberen we mensen met andere ogen naar zichzelf, elkaar en hun omgeving te kijken. Ze leren zien hoe waardevol ze zijn en worden zich bewust van de mogelijkheden in het brengen van verandering in situaties van armoede en onrecht. We bieden ook training: Prossy volgde bijvoorbeeld training over landbouwtechnieken en samenwerken in een spaargroep.

Meetbaar
De effecten van de programma’s zijn soms wat abstract, want hoe meet je het welzijn van mensen? Het onderzoeksbureau, gespecialiseerd in het meten van maatschappelijke waarde, gebruikte hier de erkende WELLBY methode voor. Zij berekenden het maatschappelijk rendement waarmee er een geldwaarde toegekend kan worden aan kosten en baten die geen marktprijs hebben, zoals verbeterde kwaliteit van leven, verhoogd vertrouwen in buren of een betere natuurlijke omgeving.  

Onderzoeksresultaten

Uit het onderzoek blijkt dat  elke euro maar liefst 28 keer zoveel oplevert als je het omrekent in maatschappelijk rendement. 

Dat laat de levensveranderde impact van de programma’s zien. Armoede gaat namelijk dieper dan alleen een gebrek aan geld. Armoede heeft een verwoestend effect op het welzijn van mensen. Minder zelfvertrouwen, gebroken relaties met buren en familie, slechtere gezondheid: de lijst is lang. 

Uit het onderzoek blijkt dat mensen die deelnemen aan de programma’s waarin we werken met kerken, een verandering zien op alle terreinen van hun leven: economisch, persoonlijk, sociaal en spiritueel. Er werd gevraagd naar 23 aspecten van welzijn en op elk aspect scoorden deelnemers van onze aanpak hoger dan de controlegroep uit een vergelijkbaar gebied waar geen kerkenprogramma is. 

Prossy leert via de training in de kerk met andere ogen naar zichzelf kijken en werd zich bewust van de mogelijkheden die ze heeft. “Ik besefte dat ik het stuk land dat mijn man en ik hadden veel meer potentie had en besloot een koffieplantage te starten.” Met haar zelfvertrouwen groeit ook haar inkomen, en het leven ziet er een stuk zonniger uit voor Prossy en haar gezin. 

Prossy groeide als kind zelf op met onzekerheid over eten en school.  Ze wilde dat anders voor haar eigen kinderen maar het gezin kon nauwelijks rondkomen. Door het programma kon ze zelf opstaan uit armoede en de vooruitzichten zijn positief. “Mijn koffieplantage draait nu zo goed, dat ik zelfs anderen moet inhuren om te helpen bij de oogst.” 

Prossy gebruikte een lening van de spaargroep die haar kerk startte. Door samen te werken met anderen kwam er opeens een startkapitaal beschikbaar om te investeren in haar plantage. “Mijn kinderen gaan nu allemaal naar school en wat eerst een onmogelijke droom is, is nu realiteit.” 

Prossy is zij niet de enige die een ander perspectief heeft. Ook de 85 andere kerkleden gingen aan de slag en hebben nu meer inkomen. Dat zorgt voor nieuwe energie en hoop in een situatie die uitzichtloos leek. Prossy’s voorganger verwoordt het zo: “De mensen in mijn gemeente leven niet meer in extreme armoede. En je ziet dat niet alleen zij maar onze hele gemeenschap opbloeit.”