De natuurrampen in India worden steeds frequenter en destructiever. Het laat de urgentie zien van een structurele voorbereiding hierop. In gesprek met Ramesh Babu, directeur van partnerorganisatie EFICOR. ‘Rampen kennen geen grenzen. Voorbereiding is de enige manier om levens te redden.’
India is een van de landen waar de effecten van klimaatverandering duidelijk merkbaar en zichtbaar zijn. Verstoorde weerspatronen, stijgende zeespiegels en temperatuurschommelingen, zorgen voor onvoorspelbare en aanhoudende zware regenval. Vaak wordt dit afgewisseld met periodes van extreme droogte.
Tijdens het afgelopen moessonseizoen werd het noordwesten van het land zwaar getroffen door overstromingen. ‘Extreme regenval en aanhoudende stortbuien veroorzaakten verwoestende overstromingen en aardverschuivingen,’ vertelt Ramesh Babu. Meer dan honderd mensen kwamen om het leven. Duizenden huizen werden verwoest en hele gemeenschappen verloren hun bron van inkomen.’
Het water blijft soms maandenlang staan, samen met modder en puin; mensen lijden door een gebrek aan voedsel en veilige opvang. ‘De overstromingen begonnen op 5 augustus in de Himalayastaat Uttarakhand met een hevige wolkbreuk en zware regenval. Hulpteams konden de zwaar getroffen berggebieden echter pas op 11 augustus bereiken. De wegen waren geblokkeerd, communicatie was onmogelijk, en er vonden overal aardverschuivingen plaats. De schade was enorm, en de regen ging door, wat opnieuw aardverschuivingen veroorzaakte. Zelfs een maand later stonden er nog gebieden onder water, en hield de overstroming aan.’
Het dagelijks leven van de getroffenen is volledig ontwricht. ‘Ze worden geëvacueerd naar veiligere plekken, maar echt leven kunnen ze daar niet. Modder is overal en vaak moeten ze naar andere locaties reizen om voedsel te vinden. Het duurt 15 tot 20 dagen voordat het water is verdwenen, soms zelfs een maand. Als mensen terugkeren naar hun huis, vinden ze alleen puin en modder. Het herstel kost maanden.’
Naast de fysieke schade is er ook een zware emotionele impact. ‘Het verlies van een huis is traumatisch. Daarom is psychosociale zorg essentieel. Onze getrainde teams bieden een luisterend oor en helpen mensen omgaan met hun verdriet en trauma.’
Voorbereiding vereist blijvende inzet
‘EFICOR heeft meer dan 6.000 getrainde medewerkers verspreid over India die snel ingezet kunnen worden bij een ramp,’ vervolgt Ramesh. ‘Dat helpt enorm bij het effectief verlenen van hulp.’
Naast het bieden van noodhulp nadat de ramp heeft plaatsgevonden, richt de organisatie zich ook op rampenpreventie en -voorbereiding. ‘We kennen de risicogebieden goed, zoals Bihar, een staat in Oost-India waar elk jaar overstromingen voorkomen. We voeren risicoanalyses uit en hebben de meest kwetsbare regio’s in kaart gebracht. Samen met lokale gemeenschappen en de overheid werken we aan het vergroten van weerbaarheid door het opbouwen van capaciteit en het versterken van strategieën voor risicobeperking. Zo zijn gemeenschappen beter voorbereid op toekomstige rampen.’
Een goede relatie opbouwen met lokale overheden is een van de belangrijkste lessen die geleerd zijn in rampenpreventie, maar het stopt daar niet. ‘Een van de meest waardevolle inzichten die we hebben opgedaan, is de essentiële rol van goede voorbereiding. Niet alleen in gebieden die vaak worden getroffen, maar ook in regio’s die tot nu toe relatief gespaard zijn gebleven. Rampen zoals overstromingen, aardbevingen en cyclonen kennen geen grenzen en kunnen onverwacht toeslaan. Door deze gebieden vooraf voor te bereiden, wordt een snellere en effectievere reactie mogelijk wanneer zich een noodsituatie voordoet. Samenwerking is daarbij onmisbaar: kerken, maatschappelijke organisaties en overheden brengen elk unieke eigenschappen en deskundigheid mee. Door die te bundelen worden hulpverlening krachtiger en efficiënter.’
‘Tegelijkertijd mag de aandacht voor kwetsbare groepen niet ontbreken. Mensen met een beperking en huishoudens die in armoede leven, worden vaak het zwaarst getroffen en verdienen extra ondersteuning. Ten slotte vereist rampenvoorbereiding blijvende inzet en herhaling. Het is geen eenmalige training, maar vraagt om continue aandacht en investering om veerkrachtige gemeenschappen op te bouwen.’
Het voortdurend focussen op rampenpreventie vraagt grote toewijding van hulpverleners. ‘De Bijbel leert ons dat ieder mens is gemaakt naar het beeld van God. De armen worden in Gods Woord herhaaldelijk genoemd als mensen die we moeten ondersteunen en dienen. In Spreuken 17 staat: ‘Wie de arme bespot, beledigt zijn Maker; wie zich over iemands ongeluk verheugt, blijft niet ongestraft.’ Dat geloof geeft ons de kracht om door te gaan, ook in moeilijke tijden. Daarom investeren we als collega’s bewust in Bijbelstudie en gebed om ons geloof te voeden en in praktijk te brengen.
We zien het als onze roeping om ‘zout en licht’ te zijn in tijden van crisis, zoals Jezus ook zegt in Mattheüs 5. We handelen uit liefde en dienstbaarheid, zonder onderscheid, en helpen iedereen in nood, zodat zij beter voorbereid zijn op rampen en hun door God gegeven waardigheid hersteld kan worden.’