
Begin dit jaar bezocht fotograaf Ruben Timman het grootste vluchtelingenkamp ter wereld: Cox Bazaar in Bangladesh. Hij keerde terug met een belofte aan één van de mensen die hij daar ontmoette: het vertellen van diens verhaal. ‘Ik geloof in de kracht van verhalen om mensen in beweging te brengen. Als we allemaal een klein lichtje zijn, ontstaat er een dans van vlammen.’
Licht zijn op een donkere plek, dát is voor mij het volgen van Jezus
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen is Tearfund samen met het Museum of Humanity de campagne ‘Stem medemenselijk’ gestart. Fotograaf en oprichter van het museum, Ruben Timman, vertelt waarom hij meedoet: ‘Wat Tearfund doet raakt me. We delen dezelfde bron: ons geloof. Dat roept op tot bewogenheid, gerechtigheid en dienstbaarheid, zonder onderscheid naar wie je bent of wat je gelooft. Mensen zijn mensen.’
In 2019 bezocht Ruben, samen met zijn collega en verhalenverteller Maarten Nota, voor het eerst Cox’s Bazar in Bangladesh, het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Meer dan een miljoen Rohingya leven daar onder erbarmelijke omstandigheden. Tijdens zijn bezoek zag hij hoe Tearfund samen met lokale partners probeert licht te brengen in die duisternis. ‘Wat me raakte, waren de happy spaces: veilige zones waar kinderen, ondanks alles, weer even kind mogen zijn. In zo’n immens, uitzichtloos kamp wisten ze kleine plekken van hoop te creëren. Ik mocht dat met eigen ogen zien.’
Wat hem diep trof, was hoe Tearfund als christelijke organisatie zonder onderscheid zich inzet voor de Rohingya, een overwegend islamitisch volk. ‘Dat ís medemenselijkheid: niet selecteren op geloof of afkomst, maar doen wat nodig is. Licht zijn op een donkere plek, dát is voor mij het volgen van Jezus.
Mijn bezoek werd een wake-upcall: deze mensen verdienen het om gezien te worden. Tearfund doet dat via projecten en campagnes en fotografie is mijn manier.’
Eén ontmoeting liet Ruben nooit meer los: Hossain, een vader van wie de zoon verlamd raakte door een kogel in zijn nek. Toen ik hem in 2019 voor het eerst sprak, voelde ik me diep geraakt en machteloos. Zijn zoon lag op de grond in een hutje, zonder de zorg die hij nodig heeft. Toen ik begin dit jaar terugkeerde naar het kamp, had Hossain gehoord dat ik er weer was. Hij had uren gelopen om me te vinden en klampte zich aan me vast in de hoop dat ik iets kon doen. Maar ik ben geen hulpverlener. Ik heb geen zakken geld. Ik ben een fotograaf. Een verhalenverteller. En dat doet soms pijn. Het enige wat ik kon doen, was hem één ding beloven: Ik zal jouw verhaal delen met de wereld.’
Uiteindelijk gaat het om wat we kunnen betekenen voor de ander
‘In zo’n kamp wonen een miljoen mensen. Het is overweldigend en soms moet je dat terugbrengen tot één gezicht. Mijn belofte aan Hossain draag ik nog steeds met me mee. Ik heb zijn verhaal nu aan jou verteld. Misschien lijkt dat klein, maar ik geloof dat zichtbaarheid het begin is van verandering. Misschien leest iemand met invloed dit verhaal. Misschien wordt er voor Hossain gebeden. Misschien gebeurt er een wonder. Ik kon hem niet geven waar hij op hoopte, maar ik kon hem wél erkennen. En dat is soms het begin van hoop.’
Een citaat van rabbijn Jonathan Sacks blijft Ruben inspireren: ‘Wanneer licht verbonden wordt met licht, ontstaat er een dans van vlammen die laat zien dat hoop geen illusie is. Kwaad, onrecht, onderdrukking en wreedheid hebben niet het laatste woord.’ ‘Ik geloof dat we samen iets kunnen betekenen, hoe klein onze bijdrage ook lijkt. Inmiddels staat Hossains verhaal op een Tearfund-shirt, letterlijk dichtbij het hart van mensen. Wie weet… misschien gebeurt er iets. Voor mij staat vast: verhalen doen ertoe. Mensen willen gezien worden.’ Medewerking aan de campagne ‘Stem medemenselijk’ voelt daarom voor Ruben heel logisch: ‘Het zet mensen in beweging en dat sluit naadloos aan bij wat ik probeer te doen. Als we allemaal een klein lichtje zijn dan kunnen we samen iets groots in gang zetten.’
‘Als ik stem, doe ik dat niet alleen met mijn hoofd, maar ook met mijn hart. Ik denk aan mensen zoals Michel, een Syrische nieuwkomer die bij het Museum of Humanity in dienst is gekomen. Aan de vluchtelingen in Bangladesh. Ik wil niet alleen stemmen voor mijn eigen situatie, mijn portemonnee of mijn kinderen, maar ook voor mensen die vaak over het hoofd worden gezien.
Mattheüs 25 is voor mij geen abstract Bijbelgedeelte, maar een directe oproep: ‘Ik was hongerig, ik had dorst, ik was een vreemdeling, ik was ziek…’ Dat zijn geen ver-van-mijn-bed-verhalen. Dat zijn mensen zoals Hossain of Michel. Die tekst stelt me steeds weer de vraag: Waar was jij? En die vraag neem ik mee het stemhokje in. Het is niet alleen een uitnodiging tot compassie, maar ook een verantwoordelijkheid. Als ik stem, werk of fotografeer, wil ik dat doen met die verantwoordelijkheid in mijn hart. Want uiteindelijk gaat het niet om wat ík heb te winnen, maar om wat we kunnen betekenen voor de ander.’
‘Inmiddels heb ik meer dan 9.000 mensen geportretteerd voor het Museum of Humanity. Daarmee wil ik bezoekers helpen om anders te kijken naar de mens tegenover hen. Stemmen met medemenselijkheid maakt Nederland een betere plek. Het gaat om waardigheid, respect en ruimte voor andersdenkenden. Om echte verbinding. En misschien is het niet meer dan een speldenprik. Maar als we dat samen doen, geloof ik dat er iets moois kan ontstaan.’
Op 29 oktober kun je laten zien dat je om de ander geeft. Doe mee aan onze campagne ‘Stem medemenselijk’. Bestel het t-shirt en laat zien dat jij kiest voor de ander.