
Vertrouwen lijkt de laatste tijd een modewoord. Je hoeft de krant maar open te slaan en het gaat erover, en vooral het gebrek daarvan. Het vertrouwen in de politiek, bijvoorbeeld, is momenteel historisch laag. Twee weken geleden werd met de rellen in Den Haag pijnlijk duidelijk zichtbaar hoe extreemrechts dit gebrek aan vertrouwen misbruikt om onrust aan te wakkeren. Door dit én de politieke nasleep in de Tweede Kamer, vraag ik me af: zijn we het vertrouwen voorgoed kwijt? Of kunnen we het herstellen? Ik geloof dat dat kan. Maar dan moeten we vertrouwen niet alleen benoemen, we moeten het doen.
Afgelopen zomer stond ik met mijn gezin op de camping. Op de terugweg naar huis hadden mijn man en ik het erover hoe bijzonder het eigenlijk is dat je op zo’n plek zó makkelijk nieuwe mensen ontmoet, en dat iedereen ook nog eens vriendelijk en behulpzaam is. We zeiden tegen elkaar dat we hopen dat onze kinderen zulke ervaringen hun leven lang meenemen. Dat ze blijven geloven dat mensen over het algemeen aardig en behulpzaam zijn. Dat op nieuwe mensen afstappen vaak de moeite waard is. Wat daar gebeurt, op een camping, is eigenlijk het planten van zaadjes voor sociaal vertrouwen. En dat is geen overbodige luxe.
sociaal vertrouwen speelt een sleutelrol in hoe mensen met elkaar omgaan
Uit het onlangs gepubliceerde rapport Burgerperspectieven. Thema: Sociale cohesie en zorgen over samenleven blijkt dat, ondanks het lage politieke vertrouwen, het sociaal vertrouwen in ons land nog vrij hoog is. Juist sociaal vertrouwen speelt een sleutelrol in hoe mensen met elkaar omgaan. In het rapport staat onder meer: “Wie vertrouwen heeft in onbekende anderen, is vaker bereid om anderen te helpen”. Vertrouwen is dus essentieel voor het aangaan van sociale relaties en vergroot de bereidheid tot solidariteit. Maar het werkt ook andersom: onderzoek laat zien dat positieve interacties, zoals samenwerking of gezamenlijke activiteiten, het gevoel versterken dat anderen betrouwbaar zijn. Er ontstaat een soort sneeuwbaleffect: vertrouwen leidt tot samenwerking, en succesvolle samenwerking versterkt op haar beurt weer vertrouwen.
In mijn werk zie ik dat effect letterlijk in de praktijk gebeuren. Onlangs lieten wij een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de impact van onze programma’s in 486 gemeenschappen verspreid over 8 landen. Opvallend resultaat: in de gemeenschappen waar wij actief zijn, gaf maar liefst 90% van de ruim 11 duizend ondervraagden aan dat ze mensen in hun gemeenschap vertrouwen. Dat hoge vertrouwen lijkt nauw samen te hangen met de manier waarop er in die gemeenschappen wordt samengewerkt. In onze projecten werken mensen samen aan oplossingen voor lokale problemen. En juist in deze gemeenschappen is de bereidheid tot samenwerking significant hoger dan op plekken waar wij niet actief zijn. Die samenwerking vergroot het vertrouwen in elkaar, wat vervolgens leidt tot nóg meer samenwerking.
Juist wanneer de spanningen oplopen, blijkt samenwerken van grote waarde te zijn
De eerdergenoemde onderzoeken uit binnen- en buitenland geven ons een krachtig middel in de strijd tegen polarisatie en wantrouwen: samenwerking. Juist wanneer de spanningen oplopen, wanneer er iets op het spel staat, en wanneer onze primaire neiging is om ons terug te trekken blijkt samenwerken van grote waarde te zijn. In een tijd waarin politieke campagnes verschillen uitvergroten en bruggenbouwers steeds minder ruimte krijgen, is dat een waardevolle les voor ons.
Laten we daarom de hand uit steken naar de ander, ook als die anders denkt, leeft of stemt. Alleen zo bouwen we aan een samenleving waarin vertrouwen weer kan groeien. Vertrouwen is immers een werkwoord. Het vraagt om bewuste, gezamenlijke inspanning. Als wij als samenleving hierin de eerste stappen durven te zetten, wie weet volgt de politiek dan wel ons goede voorbeeld. Laten we samen werk maken van vertrouwen.
Janita Visser is onderzoekscoördinator bij Tearfund Nederland