
Wat leert de Bijbel ons vandaag over leiderschap, macht en verkiezingen? Een profetische overdenking over rechtvaardig handelen vanuit Rechters 9: het verhaal van Jotam.
Leestijd: 4-5 minuten
Buiten Sichem, een stad in het midden van Israël, staat Jotam op een berghelling van de Gerizim en roept de burgers op om te luisteren naar wat hij te zeggen heeft. Hij is de op één na overlevende zoon van Gideon. De rest is vermoord door hun (half)broer Abimelech, die zichzelf tot koning heeft uitgeroepen.
En Jotam vertelt een fabel, over bomen die een koning willen. Een oud verhaal, maar zijn woorden snijden nog steeds dwars door onze tijd heen.
De doornstruiken van onze tijd zien er anders uit, maar hun geur van macht is dezelfde.
Het is de tijd van de Rechters. Een periode waarin Israël telkens afdwaalt. Gideon, Jotams vader, heeft met Gods hulp het land bevrijd. Maar zodra er vrede is, vergeten de mensen God weer. Steeds opnieuw verzucht de schrijver: “Iedereen deed wat recht was in eigen ogen.” (Rechters 6-8)
Na elke bevrijding komt er een periode van rust, maar ook van vergetelheid. De Israëlieten vragen aan Gideon of hij koning wil worden, maar hij weigert: “Ik zal uw heerser niet zijn, en mijn zoon zal uw heerser niet zijn, want de HEER is uw heerser.” (Rechters 8:23)
Opmerkelijk genoeg noemt hij één van zijn 70 zonen ‘Abimelech’, wat je kunt vertalen als: mijn vader is koning. Deze naam en de manier waarop Gideon leeft, verraadt: hij noemt zichzelf misschien geen koning, maar gedraagt zich wel zo. Met zijn vele vrouwen, bondgenootschappen en rijkdom bouwt hij aan macht en aanzien.
Na Gideons dood ontstaat er een machtsvacuüm. Abimelech grijpt zijn kans, wint de steun van zijn ooms in Sichem, huurt een troep huurlingen in en laat zijn zeventig broers vermoorden. Eén ontsnapt: Jotam, de jongste. Hij vlucht de bergen in. De burgers van Sichem kronen vervolgens Abimelech tot koning.
Dan beklimt Jotam de berg Gerizim en roept: “Luister naar mij, burgers van Sichem, dan zal God naar u luisteren.”
Hij vertelt een fabel. De bomen gaan eropuit om een koning te kiezen. Eerst vragen ze de olijfboom, dan de vijgenboom, en daarna de wijnstok. Maar ieder van hen weigert. Ze willen doen waarvoor ze gemaakt zijn en willen niet ‘wat wuiven boven de andere bomen uit’. Tenslotte vragen de bomen aan de doornstruik of hij hun koning wil zijn. ‘Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal er uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren.’ (Rechters 9: 7-15)
Het zal niemand ontgaan zijn dat Jotam cynisch is en een verwijzing maakt naar Abimelech. Goed toeven in de schaduw van een doornstruik? Zo’n struik geeft helemaal geen schaduw en bovendien word je geprikt als je te dichtbij komt. Daarbij dreigt de doornstruik, die de macht ruikt en deze niet meer wil kwijtraken, dat als ze hem geen koning maken, hij de boel zal platbranden.
Jotams woorden zijn scherp. Kies je een leider die dient, of een leider die vreet van macht? Wie de doornstruik zalft, zal het vuur oogsten. De geschiedenis laat zien dat Jotam gelijk krijgt. Door gekonkel, moord en misleiding stort alles uiteindelijk in. Mensen sterven, steden vallen en er blijft niets overeind. (Rechters 9)
Onder welke boom wil jij schuilen?
Jotams woorden zijn oud, maar zijn vraag blijft actueel. Wie laat jij boven je uitsteken? Wie geef jij je stem?
Aan iemand die, zoals de olijfboom, vijgenboom en de wijnstok, eenvoudig doet waarvoor hij of zij geroepen is: het volk dienen en recht doen? Of aan iemand die afgelopen jaren heeft laten zien dat het ‘goed toeven is in zijn of haar schaduw’: via ruziemaken, altijd met de vinger naar de ander te wijzen en weg te lopen als het eropaan komt? Iemand die via victim blaming, opjutten en angst-prediking een eigen positie wil versterken?
Dan durf ik net als Jotam de voorspelling te doen dat de cyclus van gekonkel, destructie en misleiding ons verdere deel zal zijn, een doorgaande neerwaartse spiraal. Niet omdat God zijn handen van Nederland aftrekt of omdat Hij ons niet meer (wil) zegenen, nee, eenvoudigweg omdat we niet doen waartoe we zijn geroepen en gemaakt: "Rechtvaardig en goed te handelen." (Genesis 18:19).
De doornstruiken van onze tijd zien er anders uit, maar hun geur van macht is dezelfde. Ik hoop, ik bid écht dat we op mensen stemmen die rechtvaardig en goed handelen.
Onder welke boom wil jij schuilen?
Van klimaat tot medemenselijkheid: jouw keuze op 29 oktober doet ertoe. Doe mee aan onze campagne ‘Stem medemenselijk’. Bekijk wat jij kan doen!