
In Amsterdam-Noord leeft buurtpastor Theodoor Meedendorp ‘met beide benen in de buurt’. In gesprek met CVandaag vertelt hij hoe het gelijknamige programma hem hielp anders te kijken naar kerk-zijn: minder gericht op snelle actie, en oog krijgen voor wat God al aan het doen is.
Tijdens de recente New Wine Zomerconferentie werd Met Beide Benen in de Buurt gepresenteerd; een praktijkboek voor kerken en christenen die een positieve sociale verandering willen zien in hun directe woon- en leefomgeving. De initiatiefnemers lieten zich inspireren door kerken wereldwijd.
‘Er is natuurlijk een groot verschil tussen hoe dat tot uiting komt in Nederland en in Afrika’, maakt de theoloog duidelijk. ‘Daar werden we gastvrij ontvangen door een kerk in een plattelandssetting. Zo’n gemeenschap is vrij afgebakend: een groot deel van het dorp komt ook daadwerkelijk in de kerk. Voordat de vraag opkomt wat kerk-zijn voor de omgeving betekent, is het allereerst belangrijk om te kijken: Wat zegt God over de kerk en het Koninkrijk? Welke talenten heeft God ons gegeven? Wat hebben we als geloofsgemeenschap in huis? Aan de hand van Bijbelstudies gingen kerken eerst met die vragen aan de slag.
Ik herinner me dat we destijds optrokken met een echtpaar dat een aantal geiten bezat. Toen het deelnam aan het kerkprogramma, ontstond het idee om de geiten te verkopen en met de opbrengst een sinaasappelplantage te beginnen. Het plan was dat de rest van de gemeenschap hiervan zou kunnen profiteren. De Bijbelstudie die hieraan voorafging, had de man in kwestie veranderd: zijn karakter veranderde ten positieve en zijn huwelijksrelatie werd hersteld. Vanuit die verandering vertrouwde de vrouw haar man en zijn zij concreet met het idee aan de slag gegaan. Dit laat zien dat Met Beide Benen in de Buurt meer is dan zomaar een project of programma. God is erop uit om het hele leven in al zijn volheid te herstellen.’
‘Het gaat er niet om dat een bepaald stappenplan wordt uitgevoerd, maar dat je als christen tot nieuwe inzichten komt of je bewust wordt van bepaalde dingen, die mogelijk al aanwezig zijn. Veel programma’s pretenderen iets nieuws te brengen of een specifieke uitkomst te garanderen. Maar bewustwording kan op zichzelf al leiden tot een verandering of actie. Toch is het belangrijk om niet te snel tot actie over te gaan. Begin bij wie je bent en wat je van God hebt ontvangen. Maak van daaruit plannen om vervolgens in beweging te komen.
Wanneer het gaat over missionair kerk-zijn, krijgen mensen al snel het gevoel dat er van alles moet - dat er een bepaalde druk achter zit. Mensen mogen ontdekken dat God al aan het werk is in je kerk of omgeving. Nog voordat zij ook maar iets gedaan hebben. Het maakt christenen daar bewust van. En juist dát besef geeft veel ontspanning.’
‘Voordat onze kerk ontstond, bestond er in ons stadsdeel al een voedselbank’, vertelt de buurtpastor. ‘De voedselbank in Amsterdam-Noord had een klein uitgiftepunt, waar ze de mensen eigenlijk niet goed konden opvangen. Ze namen contact op met Hoop voor Noord en vroegen of zij gebruik konden maken van ons kerkgebouw. Ik stelde voor dat wij met onze vrijwilligers de mensen konden ontvangen. We wilden koffie en thee schenken, mensen groeten en een praatje maken. Op deze manier laten we de mensen merken dat ze welkom zijn. Dit samenwerken met partners buiten de christelijke bubbel, heeft me ervan bewust gemaakt dat we als kerk niet alles zelf hoeven te regelen.’
Iedereen heeft zijn eigen vijf broden en twee vissen ontvangen - voor iedereen is dat anders.
‘De meerwaarde is dat we meer oog krijgen voor wat God aan het doen is, ook door middel van niet-christenen. Zelfs als mensen niet erkennen dat God de bron is van al het goede, geloof ik nog steeds dat Hij dat wel is. Het verschil is dat de ander God er geen eer voor geeft, maar in zijn handelen wórdt toch iets van Gods Koninkrijk zichtbaar. Daarnaast mag je als kerk op een heel natuurlijke manier samenwerken met anderen, waardoor er allerlei relaties ontstaan. Van daaruit kun je als kerk en als individuele gelovige het leven delen met anderen. Zo breng je op een vanzelfsprekende manier ook niet-christenen in contact met het evangelie.
We reageren simpelweg op wat er gebeurt. Dat kan betekenen dat we bij de één luisteren naar zijn of haar verhaal, terwijl een ander om gebed vraagt. Een echtpaar dat op zoek was naar een kerk werd via via met ons in contact gebracht. Iemand anders bezocht de voedselbank en liet weten op zoek te zijn naar een cursus vanwege zijn verslavingsproblematiek. We raakten in gesprek, en sindsdien is hij nooit meer weggegaan uit onze kerk. Hij is nog niet van al zijn problemen af, maar ik was hem nooit tegengekomen als we niet de samenwerking met de lokale Voedselbank waren aangegaan.’
‘We denken vaak vanuit schaarste: vacatures die gevuld moeten worden, jezelf vergelijken met andere kerken of gelovigen. Die het beter doen of meer doen dan jijzelf of jouw kerk. Maar dit programma vernieuwt ons denken. Iedereen heeft zijn eigen vijf broden en twee vissen ontvangen - voor iedereen is dat anders. Als je die in de handen van Jezus legt, mag je erop vertrouwen dat Hij ze vermenigvuldigt. Het is aan Hem wat Hij daarvan wel of niet aan ons laat zien.
Ik moet denken aan een ontmoeting met een sleutelfiguur uit onze buurt; iemand die veel vrijwilligerswerk deed. We kwamen samen terecht in een werkgroep. Aan het einde van een proces rond buurtbudgetten, vroeg hij: 'Mag ik je ook een keer persoonlijk spreken?' Toen deelde hij dat er in zijn tienerjaren eens Amerikanen voor hem gebeden hadden tijdens een evangelisatieproject. Zij hebben daar toen nooit iets concreets van teruggezien. Jaren later mocht ik hem ontmoeten en ben ik met hem opgetrokken. En nu mag hij onderdeel zijn van onze gemeenschap en mochten we hem dopen.’
‘Ik heb geleerd om aan te sluiten bij waar mensen zich bevinden. In bepaalde levensfasen kan het gezin de eerste roeping zijn. Dan is het belangrijk dat je er vooral voor hen bent. Maar ook dan kun je ‘met beide benen in de buurt’ staan. Via het schoolplein. Met kinderen van anderen die bij jou over de vloer komen, die dan iets mogen zien hoe het geloof geleefd wordt. Wat ik probeer te doen, is meebewegen met mensen.
En ja, soms moet je ook iemand een spiegel voorhouden. Sommigen zijn hier komen wonen, maar hebben nog een groot netwerk elders in het land. Ze reizen stad en land af om relaties met familie en vrienden warm te houden. Ik mag hen dan uitdagen om óók te investeren in hun geestelijke familie dichtbij. En bijvoorbeeld wat minder verjaardagen van vrienden en familie te bezoeken. Hier in Amsterdam-Noord wonen relatief veel mensen met een niet-Nederlandse achtergrond zonder biologische familie in de buurt. En er zijn ook andere Amsterdammers met weinig tot geen netwerk. Voor wie je een broer, zus, moeder, vader, oma of opa, vriend of vriendin kunt zijn.
Verder wil ik oproepen om niet te snel over te gaan tot actie. We zijn gewend aan: ‘Voor 23.00 uur besteld, morgen in huis.’ Dat soort denken zit ook in onze kerken. Maar als je kijkt naar de beelden die Jezus gebruikt over vrucht dragen, dan zie je: het gaat niet om snel resultaat. De groei van een vrucht vraagt tijd. Met Beide Benen in de Buurt is eigenlijk een levensstijl: present zijn voor en mét de mensen om je heen. En dat mag tijd kosten’, aldus Meedendorp.
Deze tekst is met vriendelijke toestemming overgenomen van CVandaag.
Ontdekken wat God al in jouw buurt aan het doen is? Ga eenvoudig aan de slag aan de hand van het Met Beide Benen in de Buurt Praktijkboek. Hierin vind je een handleiding voor 14 avonden. Het tempo bepaal je zelf. Iedere avond staat één thema centraal. Samen ga je in gesprek aan de hand van een ijsbreker, gaat de Bijbel open en krijg je een praktische opdracht.