
In het boekje ‘De geloofstaal van mijn kerk’ schrijven acht mensen uit verschillende kerken hoe ze krachtig bezig zijn om binnen, boven én buiten te dienen. Tearfund’s huistheoloog Mira de Boer schreef ook een hoofdstuk, over hoe je samen met je geloofsgenoten in je kerk een kerk vol discipelen bent.
Als ik het over ‘de kracht van een kerk vol discipelen’ heb, denk ik allereerst aan het gezelschap rondom Jezus. Aan het begin van Zijn bediening koos Hij twaalf discipelen. Hij gaf hun les, wandelde uren met hen over het platteland van Judea, at met hen, en leefde op sommige momenten zelfs 24/7 met hen samen. Door de wonderen en genezingen die Hij deed, en de boodschap die Hij predikte, trok Jezus veel mensen aan. Het kleine groepje van twaalf groeide zo uit tot een grote vaste groep die met hem optrok.
Het zal intensief, maar ook heel bijzonder zijn geweest.
Na een periode van onderwijs werden de discipelen eropuit gestuurd om rond te trekken en zelf iedereen te vertellen dat het koninkrijk van God nabij is (Matteüs 10:1-16). Zij gingen op een soort outreach, een reis waarbij ze rondtrokken, evangeliseerden en mensen hielpen. De boodschap over het komende koninkrijk werd vergezeld met tekenen en wonderen. Het zal intensief, maar ook heel bijzonder zijn geweest. Toen ze terugkwamen, liepen ze over van verhalen en deden ze enthousiast verslag van wat ze hadden meegemaakt. Vervolgens nam Jezus hen mee naar een plaats om alleen te zijn en uit te rusten (Marcus 6:31).
De twaalf kwamen daar samen om te eten en te praten. Om Jezus te ontmoeten en bemoedigd te worden. Ze vertelden Hem én elkaar wat ze hadden meegemaakt: over de wonderen, de genezingen en het herstel dat plaatsvond, maar ook over de afwijzing en teleurstelling, omdat sommigen niet wilden luisteren. Op deze plek waar ze samenkwamen, kregen zij weer nieuwe kracht. Hier mochten zij zichzelf zijn, wisten ze zich geliefd en geaccepteerd, en ontvingen ze van Jezus wat ze nodig hadden om door te gaan.
Ze hadden een gemeenschappelijk doel: discipel zijn van Jezus
Naast deze twaalf was er een andere groep mensen die dagelijks met Jezus meeging. Het waren vissers, ongeletterden, rijke vrouwen (Lucas 8:2,3), singles en getrouwde mensen. Mensen uit allerlei landstreken en met diverse achtergronden. Deze verschillen maakten niet zoveel uit, ze hadden namelijk een gemeenschappelijk doel: discipel zijn van Jezus. En dat hield in dat ze naar Hem luisterden, Zijn gedachtegoed in zich opnamen en deden zoals Hij deed. Ze wilden worden als de Meester: ze wilden bij Hem zijn om van Hem te leren hoe ze net zo konden worden als Hij. En het gevolg hiervan? Deze groep mensen, met Jezus als middelpunt, was een magneet voor weer anderen. ‘Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten’ (Marcus 6:31). Mensen wilden erbij horen. Meeluisteren, mee-eten, meegenieten. Wat een krachtige ‘kerk’!
Hoe mooi zou het zijn als de bovenstaande beschrijving herkenbaar zou zijn voor jouw kerk. Een plaats van ontmoeting, waar mensen samen luisteren en leren, samen God aanbidden en aangemoedigd worden om er vervolgens op uit te trekken. Komen bij Jezus zoals Hij zegt in Matteüs 11:28: ‘Komt naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven.’ Maar ook de opdracht om weer te gaan, zoals klinkt in Matteüs 28:18: ‘Ga dus op weg…’
De Amerikaanse filosoof Dallas Willard (1935-2013) omschrijft in zijn boek Gods geheime plan discipelschap als volgt: ‘Een discipel is iemand die besloten heeft bij iemand anders te zijn, onder de juiste omstandigheden, om te leren doen wat de ander doet, of te worden wat diegene is.’ Een discipel van Jezus zijn betekent leerling zijn binnen het koninkrijk van God. Je bent een discipel van Jezus als je Hem bewondert om Zijn macht, wijsheid en goedheid, als je ernaar verlangt om steeds in Zijn nabijheid te zijn om je door Hem te laten leiden en helpen in alle aspecten van je dagelijkse leven, zodat je zelf steeds meer wordt zoals Hij.
En dit is cruciaal om echt discipel te kunnen zijn. Zolang voor jou iets anders waardevoller is dan de omgang met Jezus in Zijn koninkrijk, geef je jezelf niet volledig aan Hem over en is de impact ook niet maximaal.
Je ziet door de tijd heen een verandering bij de discipelen optreden: van nieuwsgierige volgers die twijfelend en struikelend achter Hem aanlopen, naar krachtige leiders van de kerk. Wat Jezus hun leerde, was inmiddels niet slechts een paar mooie gedachten om over te discussiëren, maar een diepgewortelde, aanstekelijke levensstijl.
Hoe mooi zou het zijn als jouw kerk vol zou zitten met discipelen die ernaar verlangen om bij Hem te zijn, om te worden zoals Hij, zodat je met elkaar steeds krachtiger wordt, steeds scherper ziet wat goed is en daar ook handen en voeten aan geeft, herstel brengt waar nodig en Zijn koninkrijk verkondigt waar mogelijk. Hoe mooi zou het zijn als jouw kerk een plek rondom Jezus is, waar je rust kunt vinden, opgebouwd kunt worden en uitgedaagd wordt om eropuit te gaan.
Is jouw kerk zo’n plek van komen en gaan? Hoe zou je daar met elkaar in kunnen groeien?
Als je jezelf spiegelt aan de definitie van discipelschap van Willard, vind jij jezelf dan een discipel?
Je hebt een verlangen als kerk of kring of vriendengroep om van betekenis te zijn in je buurt. Maar hoe pak je dat aan? Waar begin je? En wat zegt de Bijbel erover?
Het praktijkboek hoort bij het programma Met Beide Benen in de Buurt. Met dit boek en programma ga je stap voor stap aan de slag en ontdek je dat kleine stappen al grote impact hebben.
Mira is programmamaker en huistheoloog van Tearfund. Zij spreekt in kerken en voor groepen en schrijft artikelen en columns.