
‘Kun je een artikel schrijven tussen de 500 en 600 woorden over wat de Bijbel zegt over onrecht?’ Het voelt alsof ik een-heel-simpel-artikel-over-een-best-wel-ingewikkeld-onderwerp moet schrijven… Er valt namelijk zoveel over te zeggen en daarvoor heb je meer nodig dan zeshonderd woorden.
Op bijna iedere bladzijde van de Bijbel is sprake van (on)recht
Sinds ik bij Tearfund werk, zijn mijn ogen opengegaan voor dit thema in de Bijbel. Net als toen ik zwanger was opeens iedereen zwanger leek op straat, ontdekte ik dat er werkelijk op bijna iedere bladzijde van de Bijbel sprake is van (on)recht. Dat begint al op de eerste bladzijden: de slang die Eva niet de waarheid zegt, Eva die God niet vertrouwt, Adam die Eva niet beschermt… Onrecht wat voortkomt uit handelingen die niet gedaan worden.
Je kunt ook kijken naar onrecht door handelingen die juist wel gedaan worden. Ik moest denken aan de kinderachtige koning Achab die verongelijkt is als hij de wijngaard van zijn buurman Nabot niet mag hebben. Izebel, zijn vrouw, zorgt dat Nabot wordt vermoord en daardoor krijgt Achab zijn zin. Dit loopt overigens slecht af voor hen, lees maar in 1 Koningen 21. Waar het mij hier om gaat, is het gedrag van Achab. Je kunt zeggen dat het Achab’s schuld niet was: zijn vrouw Izebel neemt immers het initiatief van moord. Toch is in de ogen van de Heer Achab schuldig. Waarom?
De Heer wil dat de zonen en verdere nakomelingen van Abraham (en in die lijn ook Achab), dat zij de weg van de Heer zouden bewandelen door goed en rechtvaardig te handelen. (Genesis 18:19)
Mispat: Recht doen: dát doen in een bepaalde situatie zodat mensen weer recht zijn, heel zijn. Dit is een daad, vaak in een juridische betekenis.
Sedeq/Sedaqah: Rechtvaardigheid: alles doen in een bepaalde situatie of omstandigheid wat van je gevraagd wordt. Dit is een streven.
Wij denken vaak, als we het hebben over recht doen of als er sprake is van onrecht, in juridische termen. Vergoeding, rechtspraak, straf… Maar zoals wel vaker in het Hebreeuws, gaat deze betekenis dieper én heeft het een relationele lading in zich. In Genesis 15:6 staat: ‘Abram vertrouwde op de Heer en deze rekende hem dit toe als rechtvaardigheid.’ God vond Abram niet rechtvaardig omdat hij zondeloos was of aan Zijn standaard voldeed. Hij vond dit, omdat Abram in de relatie die hij met God had, handelde zoals de norm in die relatie gold. Abram wist dat hij afhankelijk was van God en vertrouwde Hem in alles. Hij kende zijn positie en handelde daarnaar.
Als definitie zou je dus kunnen zeggen: Iemand wordt getypeerd als rechtvaardig wanneer diegene handelt zoals van hem of haar verwacht mag worden.
Als we terugdenken aan koning Achab, dan kun je begrijpen waarom de Heer hem aansprak op zijn handelen: als koning handelde hij (tegenover Nabot) niet zoals van hem verwacht werd en dat wordt hem aangerekend als het doen van onrecht.
In mijn relatie met God mag ik een diepe afhankelijkheid laten zien. Ik mag vertrouwen op de mispat en sedeq die Jezus Christus mij geeft. En vandaaruit mag ik handelen in een situatie of omstandigheid waarbij ik nadenk of mijn handelen recht en heelheid voortbrengt. Zowel naar mensen, als naar de rest van de schepping. En dat is niet eenvoudig, maar het is wel een oprecht streven: ik wil handelen zoals van mij verwacht mag worden. En dat sluit prachtig aan bij de tekst uit Micha 6:8 die we vaak lezen:
‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’