
In Zimbabwe is het vreemd als je níét gelooft. In Nederland is het soms spannend om er juist wél voor uit te komen. Chipo (Zimbabwe) en Leah (Nederland) delen hoe het is om vandaag de dag christen te zijn in hun land.
Leah Provoost is 24 jaar. Ze woont in Nederland en studeert aan de PABO. Samen met andere studenten runt ze deze zomer een Happietaria in Zwolle. 'Als iemand me nu vraagt of ik christen ben, zeg ik vol trots ‘ja’. Maar dat is niet altijd zo geweest. Vroeger schaamde ik me weleens. Dan hoorde ik mensen zeggen dat christenen niet nadenken. Dat je gewoon klakkeloos volgt wat je ouders doen. Dan voelde ik me aangevallen, want dat ging eigenlijk ook over mij. Want het klopt: ik groeide op in een christelijk gezin en ging naar een christelijke school. Het was vanzelfsprekend. Vooral toen ik jonger was zorgde zulke opmerken voor schaamte. Nu ik ouder ben, heeft dat plaatsgemaakt voor trots.'
Chipo Tokotore is 33 jaar en woont samen met haar dochter in Zimbabwe. Ze werkt als landbouwkundige bij een partnerorganisatie van Tearfund. 'Hier is het juist heel normaal om christen te zijn. Tachtig procent van de bevolking is dat ook. In Zimbabwe zijn veel verschillende kerken en stromingen. Van de moderne evangelische kerken in steden tot de traditionele white garment-kerken in landelijke gebieden. In de meest alledaagse gesprekken komt de kerk ter sprake. Als je zou zeggen dat je niet gelooft, is dat schokkend. Ze zouden zeggen: ‘Dat is niet goed voor je, niet gezond voor je.’ Zelfs politieke leiders gaan naar de kerk. Waar je ook een bijeenkomst hebt, in een bedrijf of in het parlement: we beginnen met gebed. Dat is heel normaal.'
Leah: 'Geloof is veel minder zichtbaar in de publieke ruimte. Ik heb ervoor gekozen om me te omringen met andere christenen: via mijn school en studentenvereniging. In de stad waar ik woon, zijn er ook veel christenen. Ik voel me verbonden: ik heb een plekje met mijn gezin, mijn kerk en mijn stad. Hier is ruimte voor christelijke cultuur. Vanuit die veilige bubbel kan ik naar buiten reiken. Maar ik ken ook mensen die dat niet hebben en zich heel alleen voelen in hun geloof.'
Wat is de kracht van jouw kerk? Doe mee aan de nieuwste editie van de Nationale Kerken Enquête! Vul 'm in en maak kans op mooie prijzen.
Zelfs in het parlement wordt gebeden
Chipo: 'Bij ons is het geloof overal. We zijn gekoloniseerd door christenen; het geloof kwam met missionarissen. Daarvóór geloofden we in de geesten van onze voorouders. Nu wordt daar veel over gesproken, ook via sociale media. Toen we gekoloniseerd werden, werd gezegd: ‘Wat jij doet is fout, je moet christen worden.’ Nu we een christelijk land zijn en het heel gewoon is, hoor je ook de andere kant: ‘We zijn onze cultuur kwijtgeraakt.’ Dat veroorzaakt een innerlijk conflict: wat hoort bij onze identiteit en wat is van buitenaf opgelegd? Veel mensen zoeken bij problemen eerst hulp in de kerk, maar als ze voor zich laten bidden en het niet werkt, dan keren ze zich tot het vooroudergeloof. Ze vragen zich af: kunnen we niet beide combineren?'
Leah: 'Ik denk dat het christendom diep in de westerse cultuur zit en ook in Nederland zie je dat. Bijvoorbeeld in het denken over goed en fout. Maar aan de oppervlakte merk je daar niet veel meer van. Iedereen leeft op z’n eigen eilandje, heel individualistisch. Voor mij is geloven juist het tegenovergestelde: de ander komt eerst, en gemeenschap staat centraal.'
Ik schaamde me weleens dat ik christen ben
Chipo: 'Omdat het christendom hier zo vanzelfsprekend is, wordt het ook misbruikt voor politieke doeleinden of om rijk van te worden. Helaas zijn er veel kerken die voorspoed beloven als je geld betaalt. Er zijn hier heel rijke pastors. Ze vragen bijvoorbeeld vijftig dollar om voor je te bidden dat je een man vindt, maar willen eigenlijk een nieuwe auto voor zichzelf. Dat klopt voor mij niet. Kerken zouden veilige plekken moeten zijn, plekken van troost. We zijn allemaal kinderen van God.'
Leah: 'Ik herken daar iets van. Er zijn kerken die zich uiten op een manier die niet per se positief is. Sommige mensen denken bij kerk ook direct aan misstanden of ze vinden de kerk ouderwets, bevooroordeeld. Daardoor durven jonge mensen er niet altijd open over te zijn dat ze geloven.
Voor mij gaat geloven juist over gemeenschap. Omzien naar elkaar. Samen met andere jongeren run ik een Happietaria in Zwolle: een restaurant waar mensen kunnen eten voor het goede doel. Dat doe ik niet om er zelf beter van te worden, maar om iets bij te dragen. Elke keer dat ik mijn laptop openklap om iets te regelen, is dat voor een ander. Dat vraagt een offer, maar dat voelt ook heel waardevol.'
Veel maatschappelijke organisaties zijn ontstaan uit kerken
Chipo: 'Ik zie dat ook gebeuren bij kerken hier. Kerken brengen veel goeds. Er is een infrastructuur van scholen, en christelijke ziekenhuizen zijn beter uitgerust dan overheidsziekenhuizen. Veel maatschappelijke organisaties zijn ontstaan vanuit kerken. Door klimaatverandering is voedselonzekerheid hoog; kerken bieden dan eten en onderdak. Ik werk zelf als agronoom (landbouwkundige) voor een partnerorganisatie van Tearfund. We helpen mensen om de opbrengst van hun land te vergroten en ervoor te zorgen dat hun inkomen stabieler wordt.'
Uit eten voor het goede doel
Happietaria's zijn pop-uprestauranten die van begin tot eind vrijwillig worden gerund door studenten en kerkleden. De opbrengst gaat naar Tearfund. Happietaria Zwolle, die onder ander gerund wordt door Leah is open tot 2 juli. Reserveer hier.